Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar hij, vol zijnde des Heiligen Geestes, en de ogen houdende naar den hemel, zag [99]de heerlijkheid Gods, en Jezus, [100]staande [101]ter rechter[hand] Gods. 99. Dat is, den heerlijken God; of een goddelijke heerlijkheid, Luk.2:9; namelijk zover dezelve met mensenogen kan gezien worden. 100. Dat is, zijnde, 1 Petr.3:22; anders wordt Hij ook gezegd te zitten ter rechterhand Gods; Mark.16:19. 101. Daardoor wordt verstaan de hoogste heerlijkheid en macht.